Meditatie
Op zoek
De verloren penning.
Of welke vrouw, die tien penningen heeft en één penning verliest,
steekt niet een lamp aan en veegt het huis en zoekt zorgvuldig,
totdat zij die vindt?
En als zij hem gevonden heeft, roept zij haar vriendinnen en
buurvrouwen bijeen en zegt: Wees blij met mij, want ik heb de
penning gevonden die ik verloren had.
Zo zeg Ik u, is er blijdschap voor de engelen van God over één
zondaar die zich bekeert.
(Lukas 15: 8-10)
Ben jij je wallet of je bankpasje weleens kwijt geweest?
Als dat gebeurt, heb je geen moment meer rust en begin je te malen
waar deze kan zijn. Je doorzoekt het hele huis, je laptop tas en de
auto. Je gaat terug naar de winkel en ga zo maar door. Als je hem
dan terugvindt, vertel je het aan iedereen. Wat een opluchting kan
dat zijn!
Zo voelde de vrouw uit de gelijkenis zich ook. De penning die zij kwijtraakte, was een kostbaar bezit. Minstens een dag werken. Geen wonder dat ze er een lamp bij pakte en overal in haar donkere huis zocht. Ook geen wonder dat ze al haar vriendinnen en buren vertelde dat ze de penning teruggevonden had.
De kerkvader Augustinus schreef: ‘Onrustig is ons hart, totdat het rust vindt in U, O God.’ In alle eerbied kunnen we dit ook omdraaien: ‘Onrustig is Uw hart, O God, totdat U ons gevonden hebt.’ Hij zoekt ons, want wij zijn kostbaar voor Hem. Laat je door Hem vinden. Open je hart voor Zijn grote liefde voor zondaren.
Neem mijn leven, laat het, Heer, toegewijd zijn aan uw eer. Maak mijn uren en mijn tijd tot uw lof en dienst bereid.
Neem mijn handen, maak ze sterk, trouw en vaardig tot uw werk. Maak dat ik mijn voeten zet op de wegen van uw wet.
Neem ook mijne liefde, Heer, 'k leg voor U haar schatten neer. Neem mijzelf en voor altijd ben ik aan U toegewijd.
Weerklank 267
Gert Medema