Historie
Bouwgeschiedenis
De rijke bouwgeschiedenis van de kerk laat zich gemakkelijk lezen. Het gebouw is gesierd met veel littekens die duiden op afbraak, uitbreiding en aanpassing. In de kerk zijn meerdere bouwstijlen te ontdekken. De kerk is één van de interessantste in de omgeving. Het gebouw stak in zijn gloriedagen qua omvang de stadskerken van Groningen en ook Leeuwarden naar de kroon.
Opkomst
Het begon met Walfridus en zijn zoon Radfridus. Beiden hadden een voorbeeldige christelijke levenswijze en waren plaatselijke pioniers van het jonge christendom. Walfridus bracht de woeste gronden ten noorden van Groningen in cultuur. Ze leefden rond het jaar 1000 en werden als martelaren, door de Noormannen gedood, net op het moment dat Walfridus aan het bidden was. Op hun beide graven werden twee houten kerkjes gebouwd. De Radfriduskapel stond tot ongeveer de 17e eeuw in de huidige Kapelstraat te Bedum en de Walfriduskapel op de huidige locatie van de hervormde kerk. Er kwamen veel pelgrims van heinde en ver op de beide graven af om de beide martelaren te vereren en om van hun ziekten te genezen. Bedum werd een bedevaartsplaats. De houten Walfriduskapel kon het grote aantal bezoekers niet bergen. In de 11e eeuw is met financiële steun van de bedevaartgangers de bouw gestart van het eerste stenen kerkgebouw. Het gebouw werd deels uit tufsteen opgetrokken. Tufsteen was afkomstig uit het Eiffelgebergte in Duitsland. Door de bisschop van Munster werd de kerk ingewijd en werd Walfridus heilig verklaard. Zijn gebeente werd in een reliekengraf binnen de kerk herbegraven. Het was vermoedelijk een zaalkerk geweest, in Romaanse stijl. In de loop van 1225 werd een driebeukige kruiskerk van tufsteen voorzien van toren met zijvleugels gebouwd, in romano-gotische stijl. De kerk had toen een koor met halfronde eindmuur, een dwarsschip en een middenschip met smalle zijbeuken. Delen hiervan zijn nog steeds terug te vinden. Omstreeks 1275 vond al weer een verbouwing plaats. Hierna werd het koor vervangen door een bakstenen recht koor. De lichtbeuk met kleine vensters werd met stenen koepels overwelfd en kreeg grotere vensters. In de westgevel kwam een venster met een merkwaardig klaverbladvorm dat later weer werd gedicht. In 1484 werd het kerkschip vergroot met de bouw van een zuiderzijbeuk. Bijzonder voor Groningen is de zandstenen ingangspartij met de flamboyante tracering in de venstertop.
Verval
Vermoedelijk tussen 1536 en 1564 kwam een omvangrijk hoogkoor met kooromgang, in laat-gotischestijl tot stand. Het hoogkoor stak ver uit boven het schip van de kerk. De tegenwoordige oostmuur was de westmuur van het koor. De kerk werd een driebeukige kruisbasiliek van grote allure. Ondanks de kostbare en grote uitbreiding van de kerk tijdens de 16e eeuw boette zijn functie als bedevaartskerk langzaam aan betekenis in. Vanaf 1594 verloor de kerk als gevolg van de veldwinnende hervorming zijn traditionele functie als pelgrimskerk. Heiligenverering en pelgrimage werden beschouwd als `paapse superstitiën` Daardoor raakte ook het gebouw in verval.
Het verval de kerk ging maar door en het had niet veel gescheeld of de kerk was afgebroken geweest. In 1860 werd na instorting van een gewelf de gehele overdekking afgebroken, inclusief bogen. Rond 1880 besloot het kerkbestuur tot sloop van de zeer ernstig in verval geraakte kerk. Uiteindelijk volgde er een provisorische restauratie. Daarbij werd er niet erg naar de rijke historie van het gebouw gekeken. Zo verdween het complete interieur en werd het schip van de kerk bijna onherstelbaar verminkt. Vervolgens werden naar ontwerp van architect J. Maris uit Groningen, het middenschip en de zuider zijbeuk samengevoegd tot één ruimte. Het dwarsschip werd van de kerkzaal gescheiden door een glaspui met gietijzeren roeden en traceringen in neogotische trant. De kerkbanken stonden in een gebogen lijn rondom de kansel. Velen van de huidige gemeenteleden hebben nog in die kerk de diensten gehouden. In 1985 werd een eerste archeologisch onderzoek ingesteld ten oosten van het huidige gebouw. Daar was ooit het rondkoor geweest. Het onderzoek werd door de Rijksuniversiteit Groningen uitgevoerd. De bouwgeschiedenis werd ontrafeld en in 1987 gepubliceerd in het tijdschrift "Groninger Kerken", van de Stichting Oude Groninger Kerken en diverse boeken. Fundamenten van het hoogkoor werden gevonden.
Herstel
Gedurende de jaren '95-'97 werd de kerk volledig gerestaureerd naar de huidige vorm. Tijdens deze restauratie werd er eveneens een bodemonderzoek verricht. Nu binnen de kerk en door leden van de Vakgroep Archeologie van de Rijksuniversiteit Groningen, de Vakgroep Archeologie en Vakgroep Geschiedenis. Hieruit is veel duidelijk geworden. Zo kon er een schematische plattegrond gemaakt worden waarop de ontwikkeling van de kerk te zien is. Deze plattegrond is ook in en bij de kerk te bekijken. Ten oosten van de kerk is in het plantsoen met stenen aangegeven waar en hoe het vroegere hoogkoor heeft gestaan. Ook is een onderzoek gedaan naar de grafzerken welke in de kerk en ook daarbuiten zijn aangetroffen. Veel stukken zijn bij elkaar gezocht en de opschriften zijn in 1997 en 1998 op schrift gesteld in het tijdschrift over de historie van de gemeente Bedum "Zo as t was". Tal van kleine zaken heeft het archeologische bodemonderzoek opgeleverd. Dat in een artikel van het tijdschrift van de Stichting Oude Groningen Kerken is weergegeven.
Er is nog veel meer over de bouwgeschiedenis van het kerkgebouw te schrijven, maar dan schieten we het doel van deze website voorbij. Voor meer informatie zijn onderstaande bronnen een goed begin. Van meerdere boeken en artikelen is gebruik gemaakt voor deze site. Wat opviel is het verschil in jaartallen en andere feiten en de volgorde daarvan. Overeind blijft dat het een bijzonder Godshuis is.
Bronnen:
- De Bedumer: artikel Oud Bedum 23 en 30 april , 7 en 14 mei 1948 door W.J. Berghuis.
- Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek 1950-1951: Blz 57-81 artikel over Gereduceerde westwerken in het oude Friesland door J.J.F.W. van Agt.
- Historie van Groningen Stad en land 1976: Blz 657-686 artikel over Kerkelijke Bouwkunst. Door W.J. Berghuis en R. Steemsma of W.J. Formsma.
- Walfridus van Bedum: Een duizend jaar oude Groninger overlevering door R. van Schaik. Groningen 1985.
- De restauratie van de Walfriduskerk van Bedum: Artikel van drs. E.O. van der Werff, historicus /mediavist te Groningen.
- Het Groninger orgelbezit: Uitgave van 1994 aan Hunsingo gewijde deel van de reeks Het Groninger orgelbezit blz 21artikel van Jaap Brouwer van 1992.
- Zo as t was: Tijdschrift over de historie van de gemeente Bedum. diverse artikelen over de grafzerken in jaargang 1, nummer 2 sep 1997, nummer 3 dec 1997 en jaargang 2 nummer 1 mei 1998.
- Het archeologisch onderzoek in de Walfriduskerk van Bedum: Uitgave van de gemeente Bedum waarin het verslag van dhr Piet Kooi over het archeologisch onderzoek dat ook verscheen in het kwartaal blad van de Stichting Oude Groninger kerken.
- Groninger Kerken: Het kwartaal blad van de
Stichting Oude
Groninger kerken:
- 4e jaargang (28-39) 1987: De Sint Walfriduskerk van Bedum: opbouw en verval van een monument, door R.W.M. van Schaik.
- 14e jaargang nr 4, 1997 nr 4: Het archeologisch onderzoek in de Walfriduskerk van Bedum, door P.B. Kooi.
- 15e jaargang nr 1, 1998: een artikel van F.J. Bakker en R.W.M. van Schaik met de titel Bedevaarten en heiligenvereringen in Groningen.
- Bedevaartplaatsen in Nederland: Deel I: Noord- en Midden_Nederland door P.J. Margry en C.M.A. Caspers (Amsterdam- Hilversum 1997)
- Gemeente archief Groningen
- Rijksarchief Groningen
- Groningse volksalmanak